Om toptalent te verkrijgen of behouden, moet je investeren in hun ontwikkeling. Goed presterende werknemers baseren hun organisatiekeuze mede op leer- en ontwikkelingskansen. Hoewel er talloze manieren zijn om bedrijfsontwikkelprogramma’s in te richten (klassikaal leren, webinars, digitale trainingsplatforms, enzovoort), zijn niet alle methoden even effectief. De benaderingen die betrokkenheid bevorderen en meetbare resultaten opleveren, zijn het meest effectief bij het bereiken van organisatiedoelen en het behouden van de loyaliteit van uw goed presterende werknemers.
Active learning en Experiential Learning zijn twee trainingsbenaderingen. Beide omvatten als belangrijk element een hoge mate van deelnemer interactie, maar er zijn ook verschillen. Als u de overeenkomsten en verschillen begrijpt, kunt u beslissen wanneer u welke methode in uw organisatie gebruikt.
Active Learning strategieën
Active Learning is een aanpak die begin jaren negentig op de werkplek werd geïntroduceerd. De methode gaat verder dan het passief laten luisteren van lezingen door medewerkers en vereist in plaats daarvan actieve deelname door middel van activiteiten zoals
- Lezen
- Schrijven
- Discussies en dialogen
- Probleemoplossing
- Debateren
Terwijl passieve leertechnieken gericht zijn op memoriseren, richten actieve leerstrategieën zich op het beheersen van inhoud door activiteiten die een dieper begrip van het materiaal bevorderen. Leerlingen houden zich bezig met denktaken van hogere orde zoals analyse, synthese en evaluatie door lees- en schrijftaken, interactieve discussies en debatten en het oplossen van problemen. Een voordeel van deze aanpak is dat het een beroep doet op meerdere leerstijlen.
Op de werkplek wordt actief leren meestal gekoppeld aan feitelijke taken. Met andere woorden, de trainingstaken weerspiegelen precies de taken die op het werk worden uitgevoerd. De keerzijde van deze benadering is dat hoewel deelnemers leren een specifieke nieuwe vaardigheid toe te passen op een specifieke taak, ze het grotere concept misschien niet zullen begrijpen of de vaardigheid niet kunnen toepassen op andere soorten taken. Experiential Learning daarentegen, dat plaatsvindt buiten de dagelijkse werkomgeving, heeft een thema en gebruikt metaforen. Het ontwikkelt het bredere gebruik van nieuwe vaardigheden en versterkt belangrijke concepten. Hoewel Active Learning een waardevol onderdeel is van elke trainingsstrategie, werkt het het beste in combinatie met andere trainingsbenaderingen.
Experiential Learning
Het gebruik van ervaringslerende technieken kwam in de jaren tachtig op de markt. Deze trainingsaanpak:
- Biedt een avontuurlijke activiteit die deelnemers in staat stelt te leren van hun ervaring
- Maakt gebruik van een boeiend thema dat deelnemers wegvoert van hun dagelijkse realiteit
- Is boeiend en leuk
- Creëert een overtuigende metafoor voor praktijksituaties op de werkplek
- Produceert objectieve resultaten
- Toont oorzaak en gevolg
- Bouwt overtuiging op voor verandering
- Verbindt de lessen van de ervaring met de echte wereld door middel van een gefaciliteerde debriefing
- Bevat elementen van teamwork en samenwerking
Een succesvol Experiential Learning programma moet nieuwe inzichten, zowel als kennis en vaardigheden opleveren, maar ook de deelnemers in staat stellen om deze in een veilige omgeving uit te testen. De ervaring die ze daarbij opdoen moet vervolgens verbonden worden met actuele situaties op de werkplek door middel van een gefaciliteerde debrief (“After Action Review”).
Een van de redenen waarom Experiential Learning zo effectief is, is dat het risicoloos is: deelnemers kunnen leren door te doen maar zonder de echte gevolgen als ze falen. Bovendien zorgt het gebruik van een leuk thema er voor dat falen niet aanvoelt als ‘(gezichts)verlies’, maar juist als middel om versneld te leren. Je leert immers het beste van je eigen fouten.
Door Experiential Learning krijgen deelnemers het voordeel onmiddellijk de effecten (resultaten) van hun acties te zien. Door te ervaren welk gedrag werkt en welk gedrag niet, zijn deelnemers meer geneigd deze inzichten op de werkplek toe te passen en wordt de ROI van de training verhoogd.
De verschillen samengevat
Simpel gezegd kan je stellen dat:
Active Learning = trainingsstof tot je nemen (lezen, luisteren, video bekijken), deze bespreken, en daarna de toepassing oefenen in een real life scenario.
Experiential Learning = Een avontuurlijke uitdaging (activiteit) voorgeschoteld krijgen die niet lijkt op de dagelijkse werkpraktijk, maar waar wel al die belangrijke elementen in opgesloten zitten, en door middel van een gefaciliteerde debrief ontdekkenderwijs leren van de ervaring en deze koppelen aan de relevantie ervan in de werkptaktijk.
Welke aanpak is de juiste?
In termen van kennisbehoud: hoewel Active Learning duidelijk beter is dan passief leren (traditionele methoden zoals PowerPoint-lezingen), is het Experiential Learning (leren door te doen) wat doorgaans de beste retentiepercentages biedt. Ongeacht dit gegeven is er toch geen sluitend algemeen antwoord te geven op de vraag welke aanpak de juiste is. Het kiezen van de juiste trainingsmethode blijft afhangen van verschillende factoren, zoals:
- Organisatiedoelstellingen
- Ontwikkelingsdoelen van medewerkers
- Plek in het algehele bedrijfsontwikkelprogramma
- Wordt er gericht op specifieke aan te leren taken, of op een overkoepelende vaardigheid (gedrag) die in meerdere situaties ingezet dient te kunnen worden?
- Aan-/afwezigheid van versterkingsactiviteiten na de training
- Budget
Wel staat als een paal boven water dat trainingstrajecten die beide methodieken uitsluiten, veelal niet effectief zijn en deelnemers niet stimuleren om eigenaarschap over hun leerproces te nemen.